Deze markepaal vinden we ten zuiden van Wesepe. Op de kop staat N VI. De kop is iets beschadigd, dus het zou ook VII geweest kunnen zijn.
Over de marken in Overijssel valt op de website van het Historisch Centrum Overijssel (HCOV) een en ander te lezen over hun ontstaan en ontwikkeling.In 2011 is de paal zwaar beschadigd door een vallende tak. De paal is in stukken gebroken, maar ondertussen weer gerestaureerd.
Van de site van HCOV: "De markegenootschappen, die in de loop van de twaalfde en de dertiende eeuw zijn ontstaan, beheerden de gemeenschappelijke, niet in cultuur gebrachte terreinen binnen hun grondgebied, zoals heiden, weidegronden, venen en bossen. Deze woeste gronden waren voor de agrarische bedrijfsvoering onontbeerlijk. Niet alleen kon het vee er voedsel vinden, maar ook leverden ze plaggen op, die voor bemesting werden gebruikt. De eerste schriftelijke vermelding van marken in Overijssel staat in een oorkonde uit 1207, waarin sprake is van de marken Zwolle, Wythmen en Ittersum. Enkele eeuwen later waren er in heel Overijssel marken te vinden, met uitzondering van het Land van Vollenhove."
Noordwest van Wesepe, in het verlengde van het Stapelhaarspad. De inscriptie op de karakteristieke kop is N VIII.
Op de website van Historische Vereniging 't Olster Erfgoed, is ook een en ander te lezen over deze palen. De heer Gerhard Aberson heeft mij verder geholpen met de precieze standplaatsen.